Actueel

GLDK Attendering nr. 3; Aansprakelijkheidsrecht

Op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht zijn de afgelopen periode weer vele gerechtelijke uitspraken gepubliceerd. Een kleine greep uit deze jurisprudentie is voor u samengevat weergegeven.

Letsel toeschouwer bij mountainbikewedstrijd. Wie is aansprakelijk?

Het parcours van een mountainbikewedstrijd bevat een trap. De mountainbikers nemen die trap op verschillende manieren: sommige lopen eraf, anderen nemen de trap op de mountainbike terwijl zij contact houden met de treden, en de ervaren mountainbikers maken een sprong op de fiets en raken de traptreden niet eens met de wielen. Als een mountainbiker dat laatste doet, verliest hij bij het neerkomen de macht over het stuur en valt in het publiek dat achter een lint staat. Hij verwondt daarbij een vrouwelijke toeschouwer. De rechter meent dat de mountainbiker geen verwijt treft. Hij was ervaren en was dus niet zeer onvoorzichtig . Maar de organisatie is wel aansprakelijk. Zij had voorzien dat er bij de trap ongelukken kunnen gebeuren, daarom stonden er namelijk bij de trap EHBO-ers. Dan valt ook te voorzien dat rijders het publiek in vallen omdat het publiek dicht bij de trap stond. 

Bron: rechtbank Arnhem,www.rechtspraak.nlLJN-kenmerk BU6757.


Mishandeling van een wildplasser (voor eigen rechter spelen); onherroepelijk vonnis strafzaak levert bewijs op in civiele procedure

Een persoon urineert tegen het huis van een ander. Deze andere persoon komt naar buiten en geeft de wildplasser een trap zodat deze zijn kuitbeen breekt. De dader wordt onherroepelijk veroordeeld door de politierechter voor deze mishandeling. Hij is voor de mishandeling ook civielrechtelijk aansprakelijk. Zijn eigen schuld verweer faalt, aangezien niet blijkt dat het slachtoffer zich op enig moment dreigend heeft opgesteld en aangezien de dader in de strafzaak geen noodweer (zelfverdediging) heeft aangevoerd.

Bron: Rechtbank Dordrecht, www.rechtspraak.nl, LJN-kenmerk BU6970.


Buitengerechtelijke kosten, wanverhouding t.o.v. hoofdvordering.

Een zesjarig jongetje krijgt een ongeval. De gemeente Tilburg erkent snel aansprakelijkheid en keert € 5.000,- excl. wettelijke rente smartengeld uit. Aan de advocaat van de ouders van het jongetje wordt € 4.062,53 kosten rechtsbijstand betaald. De advocaat stelt 40 uren ad € 190,- per uur aan de zaak te hebben besteed, en zijn cliënt vordert het restant. De rechter meent dat van belangenbehartigers verwacht mag worden dat zij de kosten van de rechtsbijstand niet teveel op laten lopen als de omvang van de schade gering is. Als er toch in verhouding tot de omvang van de schade hoge kosten rechtsbijstand zijn, moet dat gerechtvaardigd worden door bijzondere omstandigheden. Daar is geen sprake van: de aansprakelijkheid werd snel erkend.

Bron: Kantonrechter Breda, www.rechtspraak.nl, LJN-kenmerk BU6810.


Ongeval tijdens gymles; school en leraar lichamelijke opvoeding zijn niet aansprakelijk.

Drie groepjes leerlingen oefenen drie soorten oefeningen waarbij ze de handen aan een trapezestok houden die door twee ringen is gestoken. Een van de leerlingen gaat zonder dat de leraar daartoe opdracht houdt de trapezestok in zijn knieholtes en wil een afsprong maken. Opeens echter glijdt hij van de trapezestok af, komt op zijn hoofd terecht en loopt een hoge dwarslaesie op. Een deskundige oordeelt dat de gymleraar aan dat ongeval niets kan doen. De rechter neemt dat uitgangspunt over. Het is gebruikelijk in verschillende groepjes te oefenen. De leraar stond op een punt dat hij de hele zaal kon overzien, maar hij was net een meisje met een oefening aan het helpen die hoogtevrees had. Het was totaal onverwacht dat de leerling een gevaarlijke oefening ging proberen, waar hij geen opdracht voor had en die hij bovendien op een gevaarlijke manier deed.

Bron: Rechtbank Utrecht, www.rechtspraak.nl, LJN-kenmerk BU3428.


Duikongeval in Egypte. Zaakwaarneming door 'redder'.

Twee personen, waarvan één ervaren duiker die tevens duikleider is, spreken in Egypte af samen naar een diepte van 68 m. te duiken. Tijdens de duik op ongeveer 60 m. komt de duikleider in moeilijkheden en blijft hij zinken. De andere persoon moet hem redden, de duikleider is in stikstofnarcose. Tijdens die reddingsoperatie geeft de duikleider te kennen geen lucht meer te hebben en moet de ander zijn lucht met hem delen. Beiden stijgen veel te snel op en moeten naar een decompressieruimte. Voor de reddende duiker loopt het slecht af: door de caissonziekte krijgt hij een partiële dwarslaesie. Hij beroept zich op zaakwaarneming en stelt dat zijn letselschade kosten zijn vanuit die zaakwaarneming die de duikleider moet vergoeden ex art. 6:200 BW. De rechtbank is het met hem eens. De aansprakelijkheid uitsluitingsclausule die de duikvereniging heeft opgesteld mist toepassing, omdat de 'redder' handelde vanuit een maatschappelijke plicht. De redder heeft echter ook eigen schuld van 50%: volgens de geldende Egyptische regels mocht niet dieper worden gedoken dan 40 m., de Nederlandse regels bevelen aan niet dieper te duiken dan 57 m. en dat in ieder geval niet te doen met gewone lucht, wat beiden toch hebben gedaan.

Bron: Rechtbank Roermond, www.rechtspraak.nl, LJN-kenmerk BU5452.


Ten slotte willen wij u een belangrijke uitspraak uit het vastgoedrecht niet onthouden.


Vestigen tweede recht van hypotheek mag niet zonder toestemming van de eerste hypotheekhouder, onderzoeksplicht notaris

Op 27 december 2011 heeft het Hof Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak die verstrekkende gevolgen heeft voor de vastgoedpraktijk. Het ging hierbij om een notaris die ten behoeve van twee banken achtereenvolgens een eerste en een tweede hypotheekrecht vestigde op een aantal onroerende zaken. De eerste hypotheekhouder had geen toestemming voor het vestigen van een tweede recht van hypotheek verleend ondanks dat dit in de hypotheekakte was vastgelegd. De eerste hypotheekhouder heeft een tuchtrechtelijke klacht tegen de notaris ingediend. De notaris verweert zich door onder meer te stellen dat het hem op grond van zijn geheimhoudingsplicht niet was toegestaan om de benodigde toestemming zelf te vragen. Het Hof deelt het standpunt van de notaris niet en stelde dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door de tweede hypotheekakte zonder toestemming van de eerste hypotheekhouder te passeren. Volgens deze uitspraak zal een notaris in beginsel niet aan het vestigen van een tweede (of verder) recht van hypotheek mogen meewerken, indien de eerste hypotheekhouder daarvoor geen uitdrukkelijke toestemming heeft verleend.

Bron: Hof Amsterdam, www.rechtspraak.nl, LJN-kenmerk BV22685


Bij eventuele vragen en verzoeken om juridische bijstand kunt een beroep doen op onze GLDK advocaten die zich met aansprakelijkheidsrecht resp. vastgoedrecht bezighouden.

GLDK Attendering nr. 3; 04-06-2012 

 

LinkedIn Share

Artikelen



Stel hier uw vragen voor het gratis spreekuur online

Volg ons op:


Stel hier uw vragen voor het gratis spreekuur online



Wilt u voor een goede en snelle beantwoording s.v.p. de onderstaande gegevens invullen?









Hartelijk dank voor uw bericht.

Helaas is er iets misgegaan met het versturen van uw bericht, probeer het nogmaals of neem contact met ons op.